Aspartaam en hersentumoren

Discussie: Aspartaam: Uw toekomstperspectief!

* Door: Dr Madelon Price *

Vertaling: Ed Gunneweg
Datum: 12/06/2002

Wat vooraf ging.... Een zekere dokter Manion schreef zijn MS-patienten en ook zijn vrouw die MS had Aspartaam voor als pijnstilling. Hij verklaarde ook dat het onmogelijk was dat aspartaam hersentumoren zou kunnen veroorzaken. Hierdoor haalde hij zich het ongenoegen van heel wat mensen op de hals. Dr. Madelon Price schreef het onderstaande artikel waarin zijn redening weerlegd wordt.

Onderwerp: Aspartaam en Hersentumoren

Ik ben neurobioloog, professor aan de Medische Universiteit te Washington, die stoffen zoals glutaminezuur en asparaginezuur gedurende meer dan 30 jaar heeft bestudeerd. Één van de componenten van aspartaam is asparaginezuur en dat is waarom mijn collega, Dr. John Olney, en ik het in de jaren '70 begonnen te bestuderen alvorens het werd goedgekeurd (1980). Onze onderzoeken, in samenwerking met Dr. Oliver Lowry, één van de meeste befaamde biochemici in de wereld, toonden aan dat asparaginezuur in de cirkelvormige kanalen van de hersenen wordt opgenomen en uitgebreide schade aan endocriene systemen veroorzaakt. Het was om deze reden dat Dr. Olney pleitte tegen de goedkeuring van aspartaam bij de Openbare Onderzoeksraad voordat aspartaam werd goedgekeurd.

Ik sta perplex door de verklaring van Dr. Manion dat het optreden van hersentumoren 2 jaar na de goedkeuring van aspartaam toenam en zich toen stabiliseerde. Hij schreef dat toe aan het feit dat aspartaam net zoiets is als aspirine en de tumoractiviteit maskeerde. Aspirine heeft echter een volledig andere structuur dan welk van de componenten van aspartaam dan ook en kan waarschijnlijk niet de activiteit van hersentumoren maskeren. Omgekeerd, is de meest gemeenschappelijke bijwerking van aspartaam gebruik, hardnekkige hoofdpijn dat kan duiden op een hersentumor.

Nog verwarrender is waar Dr. Manion de gegevens vandaan had die zijn claim steunde, dat het optreden van hersentumoren gedurende 2 jaar toenam en daarna stabiliseerde. Dr. Olney, psychiater en neuropatholoog, in samenwerking met epidemioloog (Dr. Lee Robins), biostatisticus (Dr. Edward Spitznagel) en nog een psychiater (Dr. Nuri Farber) maakten in 1996 een gedetailleerd overzicht van de gegevens van het Nationale Kanker Instituut dat de jaren 1970 tot 1992 besloeg en de verklaring van Dr. Manion's is strijdig met hun bevindingen.

Tijdens de jaren '70, toen nieuwe diagnostische technologieën werden ontwikkeld nam het optreden van hersentumoren toe, waarschijnlijk door de betere diagnostische methoden. Het niveau was toen stabiel tot 3 jaar nadat aspartaam werd goedgekeurd, toen de niveau's vrij plotseling met 10% toenamen (een zeer aanzienlijk aantal) en zo hoog bleef tot 1992, het laatste jaar dat zij hebben bestudeerd. Dit zou overeen kunnen komen met een kankerverwekkende stof die bij de bevolking rond 1980 werd ingevoerd, toen aspartaam werd goedgekeurd, aangezien er een periode van vertraging zit tussen het voorkomen van kanker en het invoeren van een kankerverwekkende stof.

Alarmerender is echter dat de kwaadaardigheid van de gemelde tumoren dramatisch was toegenomen. Wat eerst de meest zeldzame tumor was, een hoogst kwaadaardige vorm, is nu de meest voorkomende.

Men zou er ook op moeten wijzen dat in de doorsnede van de hersenen van ratten, die Searle als basis gebruikte voor de goedkeuring van aspartaam, veel van hun dieren hersentumoren hadden. Dr. Olney ontdekte dit bij het onderzoek van de doorsneden. Dat is absoluut onaanvaardbaar omdat in onderzoeken die door anderen bij meer dan 200.000 onbehandelde ratten werd gedaan, 2 van de dieren een spontane hersentumor hadden, wat de schatting van spontane hersentumoren bij ratten in wezen nul maakt.

Dr. Manion heeft in zoverre gelijk dat dit niet definitief bewijst dat aspartaam hersentumoren veroorzaakt, maar hij kan het feit niet betwisten dat alle gegevens overeenkomen met de vooronderstelling dat aspartaam hersentumoren veroorzaakt. Ik denk dat er veel druk op hem zal worden uitgeoefend om met een andere verklaring op de proppen te komen die eveneens bij de gegevens past.

Bovendien ben ik, door onze interesse in de endocrinologische gevolgen, die wij bij onze aspartaam onderzoeken vonden, bezorgd over het groeiende aantal onvruchtbaarheden en andere seksuele problemen eveneens bij de voortplanting evenals de ontwikkelingsstoornissen in de Verenigde Staten. Ik geloof niet dat er systematisch epidemiologisch onderzoek van deze problemen is geweest, maar dat zou er zeker moeten zijn.

Eigen links:

Partners
lees bewust verzameling onafhankelijke nieuwswebsites
Lees Bewust

Deze site is mede
mogelijk gemaakt door

Probleemloos e-mailen overal ter wereld
travelsmtp.com

Heeft deze site iets
voor u betekend?
Doneer dan een klein bedrag

Doneer!